Museumgebouw
"We hopen niet op een wonder, we zetten er een neer." Dat waren de woorden van toenmalig Eye-directeur Sandra den Hamer drie maanden voor de opening in 2012. Het gebouw staat voor de helft op nieuw land dat werd aangelegd als onderdeel van het stedenbouwkundig plan voor de woonwijk Overhoeks, pal naast Eye. In de zomer van 2009 begon de bouw, met 345 heipalen die het gebouw moesten dragen. Sommige palen reiken tot 21 meter onder NAP.
Omdat het gebouw aan geen enkele zijde hetzelfde is, ziet het er vanuit elk standpunt anders uit. Daardoor zie je ook de omgeving steeds anders.
Het ontwerp van de Oostenrijkse architecten is een eerbetoon aan de film zelf. Een spel van licht en donker, ontworpen op de kracht van het beeld. Eens gezien, altijd op het netvlies. De een ziet in het gebouw een meeuw die is neergestreken op de oever van het IJ, de ander een oog, een oester of een ufo.
De strakke, vrije vormen hebben de architecten consequent doorgevoerd, ook in het interieur. De lijnen zijn recht, maar de hoeken zelden 90 graden. Dat geeft de wanden, vloeren en plafonds dynamiek: een suggestie van beweging, die de bezoeker begeleidt door het gebouw. DMAA heeft de cinematografische ervaring in de architectuur tot uitdrukking gebracht. De architecten hebben het gebouw opgevat als een reeks scènes in een film: van ruimte naar ruimte verandert de beleving door de afwisseling van open en besloten ruimten, lichtinval en doorzichten, afhankelijk van het tijdstip en de route door het gebouw.